Haarsnijderij Enke tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
SPM_029
Zicht op de achterzijde van de fabriek en fabrieksschoorsteen, richting
Stationsstraat. Bemerk ook de achterliggende gebouwen van brouwerij
Krüger (ca. 1948).
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte de familie Armstrong naar Engeland. Max Enke kon het land niet tijdig verlaten en werd door de Duitsers krijgsgevangen
gemaakt.
De fabriek in Eeklo kwam onder Duits toezicht te staan, maar de productie zou door een gebrek aan grondstoffen al vrij snel sterk teruglopen.
Na de oorlog werd de fabriek heropgestart, maar enkele jaren later raakte het dragen van hoeden helemaal uit de mode en stortte de internationale viltmarkt compleet in elkaar. In 1951 besloot de familie de activiteiten dan maar volledig stop te zetten.
Vijf jaar later werd het ondertussen verouderde fabriekscomplex verkocht aan metaalhandel Steyaert-Heene, die het nog datzelfde jaar liet slopen en er enkele jaren later een nieuw gebouw liet optrekken.
Stationsstraat. Bemerk ook de achterliggende gebouwen van brouwerij
Krüger (ca. 1948).
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte de familie Armstrong naar Engeland. Max Enke kon het land niet tijdig verlaten en werd door de Duitsers krijgsgevangen
gemaakt.
De fabriek in Eeklo kwam onder Duits toezicht te staan, maar de productie zou door een gebrek aan grondstoffen al vrij snel sterk teruglopen.
Na de oorlog werd de fabriek heropgestart, maar enkele jaren later raakte het dragen van hoeden helemaal uit de mode en stortte de internationale viltmarkt compleet in elkaar. In 1951 besloot de familie de activiteiten dan maar volledig stop te zetten.
Vijf jaar later werd het ondertussen verouderde fabriekscomplex verkocht aan metaalhandel Steyaert-Heene, die het nog datzelfde jaar liet slopen en er enkele jaren later een nieuw gebouw liet optrekken.
Familie Bowles-Armstrong, bruikleen
Stadsarchief Eeklo
Stadsarchief Eeklo