Haarsnijderij Enke in Eeklo tijdens de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum

Haarsnijderij Enke in Eeklo tijdens de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum

SPM_026

De gevel van de Enkefabriek in Eeklo, waarvan het uitzicht bijna 50 jaar onveranderd bleef, hier gefotografeerd net na de Tweede Wereldoorlog.


De Eerste Wereldoorlog bracht een bruusk einde aan de groei van de firma H. Enke. Al na enkele maanden was de voorraad steenkool en konijnenvellen opgebruikt en viel de productie helemaal stil.

Vanaf 1915 gebruikten de Duitsers grote delen van de fabriek als slaapplaats voor de soldaten of als paardenstal. Met de stoommachine werd vanaf de herfst van 1916 elektriciteit opgewekt die verdeeld werd onder de behoeftige gezinnen in de stad.

Na de wapenstilstand kon de productie vrij snel terug worden opgestart. De periode tussen de twee wereldoorlogen kenmerkte zich door een steeds verdergaande mechanisering van het productieproces: machines namen meer en meer de taken van de arbeiders over, met als gevolg dat het aantal werknemers stelselmatig afnam.

Dankzij de investeringen in een modern machinepark kon Enke zijn koploperspositie handhaven: aan het eind van de jaren 1930 was de haarsnijderij Enke goed voor maar liefst 1/3 (!) van de totale Belgische viltproductie.

Max Enke en Godfrey Armstrong, de zoon van Peter Armstrong, stonden in deze periode aan het hoofd van het bedrijf (Hermann Enke sr. was in 1926 overleden en Peter Armstrong had zich in 1928 uit het bedrijf teruggetrokken).
foto
Eeklo > Eeklo > Zuidmoerstraat
Familie Bowles-Armstrong, bruikleen
Stadsarchief Eeklo, bruikleen