Schafftijd bij de graanopper, 1955, Bassevelde

Schafftijd bij de graanopper, 1955, Bassevelde

PrAB_002

Werken op het land is heel arbeidsintensief. Een welverdiende pauze of ‘schafttijd’ moet tijdig worden ingelast. Arsène en Agnes Boelens nemen samen met Alice De Sutter hun schaft bij een graanopper in een veld in Bassevelde.

Een opper is rond van vorm en wordt gemaakt door ongedorste graanbundels, of schoven, in de juiste vorm te leggen. Onderaan de opper wordt er 20cm hout of afval gelegd zodat de opper geen vocht kan trekken. De onderste schoven worden in een kruisvorm gelegd, die erboven in een kringvorm. Om de opper breder te maken naar boven worden de schoven iets meer naar achteren gelegd. De schoven werden met het garen of ‘de houwen’ naar binnen gelegd, zodat ze beschermd waren voor de regen. De opper wordt binnenin gevuld met schoven die rechtop staan.

Om een opper te maken had je minstens twee mensen nodig. Een persoon stond onderaan en gaf de schoven op de juiste manier door aan de tweede persoon die op de opper stond. Het was belangrijk dat de persoon onderaan die op de correcte manier deed, want de persoon bovenaan had niet de ruimte om de schoven nog om te keren.

Achter de opper is een kar te zien met een hoog hekken, waarmee het ongedorste graan vervoerd werd. Deze karren dienden op de juiste manier geladen of ‘getast’ te worden, zodat de kar niet kantelde onderweg. Veel landwegen waren toen nog onverhard waardoor de kar tegen een stootje moest kunnen. Het tassen of stapelen van de kar was vaak vrouwenwerk.
foto
1955